Vind jij helpen ook zo leuk?
“Helpen heb ik altijd zo leuk gevonden!”, zei ze en haar mondhoeken gingen hangen alsof ze ieder moment kon gaan huilen. “Helpen zit in mijn bloed, ik help iedereen. Ze hoeven maar te vragen en ik sta klaar. Het geeft mij over het algemeen een goed gevoel maar de laatste tijd niet meer. Het lijkt wel alsof het allemaal vanzelfsprekend is wat ik doe. Ook wordt er steeds meer van mij gevraagd. Er kan amper een dank je wel vanaf en dat voelt zo rot. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, wat ik doe”.
Ze pauzeerde. Keek me met tranen in haar ogen aan. Wat maakte dat zij het helpen niet meer leuk is gaan vinden? Helpen is een sociale activiteit. Het geeft een gevoel van nuttig zijn. Je kunt je vaardigheden en deskundigheid tonen. Als je mensen helpt, krijg je waardering en een dank je wel. De ander blij zien worden, geeft jou ook een blij gevoel. En wanneer jij hulp nodig hebt, zullen anderen die geven. Elkaar helpen geeft een gevoel van verbondenheid waar vriendschap uit voort kan komen. Het rot gevoel ontstaat wanneer je geen reactie op de geboden hulp krijgt of wanneer je teveel aan het helpen bent. De kans op (over)belasting en frustratie ligt dan op de loer.
Het gaat om de balans tussen wel of geen hulp bieden.
Ik vroeg haar: “ vanaf wanneer werd meer van jou gevraagd”?
“Het afgelopen half jaar is de zorg voor mijn moeder zwaarder geworden. Normaal ging ik twee keer per week, voor de boodschappen, naar haar toe. Het huis werkte ik dan ook meteen aan kant. Dat was allemaal goed in te plannen. Tegenwoordig ga ik iedere dag, na het werk, naar haar. Ik maak me zorgen en ze vraagt ook steeds meer of ik dit en dat wil doen. En ik zeg natuurlijk ‘Ja’, want ik wil dat het haar goed gaat en een dankjewel kan er niet eens vanaf”.
Dat geeft ook een rotgevoel. Tijd en aandacht geven en geen waardering krijgen. Dat is voor een periode geen probleem maar wanneer je merkt dat het zorgen jou energie begint te kosten, komen de eerste irritaties zoals bijvoorbeeld; ‘en een dankjewel kan er niet eens vanaf’.
Helpen is leuk en deze mooie kwaliteit mag niet overgaan in een rotgevoel. Dat kost energie en op den duur (over)vermoeidheid.
Dit kun je voorkomen door goede afspraken te maken.
Weet je omgeving wat ze precies van je kunnen verwachten? Zeg je hen ‘dit kan ik voor je doen en dat kun je beter aan een ander vragen’. Of zeg je overal ja op en voel je ‘nee, liever niet’? Hier heel eerlijk in zijn is niet altijd gemakkelijk. Het is wel te leren. Duidelijk verwoorden wat jij wilt en wat jij kan, betekent dat je in je kracht staat. Zo weet iemand wat hij of zij van je mag en kan verwachten. De verwachtingen van de ander krijgen zo geen eigen loop zodat irritaties naar elkaar voorkomen kunnen worden.
Tip:
Als zorgverlener en/of mantelzorger bied je gevraagd en ongevraagd hulp. Ongemerkt doe je veel op een dag. Ben jij je bewust hoeveel je doet op een dag?
Dit kun je onderzoeken door minimaal 4 dagen in kaart te brengen wat voor hulp je geeft.
Noteer per dag:
Datum – Tijdstip – Activiteit – Wat doet het met me.
Bij ‘wat doet het met me’ maak je een keuze uit:
+ (+ betekent, dat doet me goed)
+/- (+/- betekent, neutraal)
of een
– (- betekent, heeft me niet goed gedaan)
Na 4 dagen heb je inzichtelijk hoeveel keer je plus, plus/min en een min hebt genoteerd.
Hoeveel variatie heb je op een dag? Is er genoeg afwisseling waar je een blij gevoel bij krijgt?
Heb je meer plus dan min? Super. Dat betekent dat je energie opbouwt.
Heb je meer min dan plus? Wat van de minnen zou je willen delegeren? Voor jou is het een min voor een ander kan het een plus zijn. Vraag iemand en wie weet maak je iemand heel blij hiermee.
Wat zijn jouw ervaringen met helpen? Vind je het leuk; maakt het je blij; is het teveel of zelfs vermoeiend?
Het is leuk, fijn, en maakt me blij, zeker als de ander er blij van wordt.
Het siert jou ook. De ander blij zien geeft energie.
Ik merk het momenteel aan mijzelf. Tijdelijk meer zorg geven aan een naaste gaf spanningen en lukte qua agenda even niet. Schuldgevoel lag om de hoek, kost veel energie om te accepteren niet alles kan altijd.
Langzaamaan mrt diverse oefeningen om kunnen zetten naar niet alles moet nee zeggen en doen mag ook. Geeft energie, loslaten is ook moeilijk moet wel.
Zorgen voor een ander vraagt omschakeling. Agenda, werk, afspraken, het zorgen zelf vraagt om een nieuw dagritme. Wanneer schuldgevoel daarbij komt, word je alert op de verwachtingen en eventuele reacties vanuit de omgeving. Dat kan veel stress geven. Fijn dat je oefeningen hebt om het stressniveau te laten dalen en nee te kunnen zeggen wanneer dat voor jou goed is.
Ik weet soms niet meer wat meer energie kost, altijd maar ja zeggen en doen of proberen nee te zeggen en er geen schuld gevoel aan over houden. Vind nee zeggen ook moeilijk en kost me ook energie, proberen een middenweg te vinden maakt ook doodmoe
Nee zeggen is zeker in het begin best spannend. Je weet niet goed hoe de ander gaat reageren. Wanneer helpen overgaat in plichtsbesef kost dat energie en daar word jij uiteindelijk niet gelukkig van. Het oefenen van ‘nee, zeggen’ kun je klein beginnen. Probeer het eens bij een goede vriend of vriendin. Zeg hen dat je dit wilt oefenen en of zij je daarbij willen ondersteunen. Vraag eens hoe zij dat doen en welke tips ze voor je hebben.